Home » Geschiedenis van het Nederlands geld
700 euro per maand besparen

Geschiedenis van het Nederlands geld

Nu we alweer sinds 2002 met de euro betalen, is het Nederlandse geld er niet bepaald ‘interessanter’ op geworden. Weg is het kleurrijke briefje van 50, de snip en de namen van munten als dubbeltje, stuiver en kwartje. Ik neem je mee in de geschiedenis van het Nederlands geld.

700 euro per maand besparen

Geschiedenis van het Nederlands geld

Geschiedenis van het Nederlands geld - de Florijn

Florijn

De eerste gulden (‘gouden’) werd geslagen in 1252. Die heetten toen nog ‘Florijn’, genoemd naar de Florentijnse lelie uit het wapen van de stad Florence, waar deze munt werd geslagen. Het verklaart ook de aanduiding van het F-teken (of Fl.) voor bedragen in guldens.

Tot aan de muntwet van 1816 sloeg iedere provincie haar eigen munten. Onder de Franse bezetting (1810-1814) werd de Franse Franc zelfs even het betaalmiddel in Nederland (tot 1825).

Geschiedenis van het Nederlands geld - halve cent munt

Muntwet

Op 18 september 1816 werd een Muntwet aangenomen. In deze wet werd de onderverdeling van de gulden in 100 cent vastgelegd en hiermee het decimale muntstelsel ingevoerd. We kregen toen muntstukken van:

  • een halfje (halve cent)
  • een cent
  • een stuiver (5 cent)
  • een dubbeltje (10 cent)
  • een kwartje (25 cent)
  • een halve gulden (50 cent)
  • een gulden
  • een drieguldenstuk
  • een tientje

Ook zijn er nog 2,5 cent muntstukken geweest (1877-1942) en kwam er de rijksdaalder (2,5 gulden), de vijf gulden munt, een zilveren tientje en een vijftig gulden munt.

Euro

Sinds januari 2002 is de gulden geen wettig betaalmiddel meer in Nederland en vervangen door de euro. Hiermee kwam een eind aan een munt die bijna 700 jaar had overleefd. Maar ook een einde aan eindeloos lires tellen in Italië of overal nog Franse Francs in huis vinden na de vakantie. Heb je nog guldens in huis? Inwisselen van muntgeld kon tot 1 januari 2017, papiergeld kan nog tot 2032 worden ingewisseld bij De Nederlandsche Bank.

Ik heb thuis een blikje met daarin alle munten uit mijn geboortejaar. Een leuke herinnering.

Geschiedenis van het Nederlands geld - loonzakje

Loonzakje

Tot de jaren 60 kregen werknemers per week of per maand hun salaris uitbetaald in een loonzakje. De envelop werd mee naar huis genomen en door ‘moeder de vrouw’ in beslag genomen.

In menig huishouden vond je het handige spaarblik van Brabantia. Met vakjes voor kleding, gas-licht, brandstof, huishoudelijke artikelen, verzekering, vakantie en diversen. Met slot! Hierin werd dan het weekloon verdeeld. Het verhaal gaat dat met de invoering van de salarisbetaling via de giro, heel veel echtgenotes er achter kwamen dat de man meer salaris kreeg dan er voorheen in het zakje zat. Daar ging zijn extra borrel op vrijdagavond!

Betaalcheques

Voordat we konden pinnen, betaalde je grote bedragen met betaalcheques. Deze werden in 1967 geintroduceerd door de banken (groene betaalcheque) en de postgiro (girobetaalkaart). Twee jaar later kwam hier ook de Eurocheque bij, waarmee je ook in veel andere Europese landen kon betalen of bij de bank geld opnemen.

De betaalcheques werden gecombineerd met een betaalkaart, die je gescheiden moest bewaren en bij afrekenen moest tonen. Ook moest je het bedrag in cijfers en in letters invullen, dit om de fraude te voorkomen. De cheques zijn in 2002 afgeschaft.

Pinnen

De geldautomaat werd geïntroduceerd in 1976. Voor die tijd moest je naar de bank om contant geld op te halen. Het woord pinnen is afgeleid van de afkorting PIN, dat staat voor ‘persoonlijk identificatie nummer’. Vanaf 1988 werd het ook mogelijk je boodschappen of andere aankopen te pinnen. Er werd vooral goed op gehamerd om je pincode geheim te houden (en dus niet achterop je pasje te schrijven zoals veel mensen in het begin deden!). Er werden allerlei reclamespotjes voor gemaakt, zoals deze met Rob de Nijs.

Chipknip en chipper

In 1996 voerden een aantal Nederlandse banken in de chipknip in. Een kaart waarop je geld kon zetten (max 500 euro) en waarmee je kon betalen. Kort daarna kwamen Postbank en ING met een eigen variant: de Chipper. Erg lastig, want door verschillende technologieën kon niet overal met beide kaarten  betaald worden. Hoewel in 2009 ING ook op chipknip overstapte sloeg het systeem nooit aan.  Nadat in 2012 grote winkels als AH en HEMA stopte met de chipknip en het pinnen van kleine bedragen kosteloos werd, stierf de chipknip een stille dood.

Toekomst van ons geld?

De geschiedenis van het Nederlands geld is eigenlijk de geschiedenis van het verdwijnen van echt geld. Nog maar weinig mensen hebben tegenwoordig nog contant geld bij zich. We betalen met onze telefoon, of sturen een Tikkie. En vrijwel overal kun je tegenwoordig pinnen. Wat zal de toekomst ons nog verder brengen? Geïmplanteerde betaalchips in je hand? Ik merk dat ik wat dat betreft best ouderwets ben (of gewoon oud, kan ook). Ik ga nooit de deur uit zonder contant geld op zak. Wat denk jij wat de toekomst ons gaat brengen?

Bewaar de geschiedenis van het Nederland geld op Pinterest:

Schrijf je in voor de wekelijkse nieuwsbrief

Kook je een recept van mijn blog? Laat het mij op social media weten met de hashtag #myhappykitchen

Op zoek naar een mooi (kook)boek, keukengadget of delicatessen? Neem eens een kijkje in mijn webshop!

Laat reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*